Het land bewerken

De vluchtelingen in het RIC hebben weinig om handen. Procedures duren oneindig lang, papieren moeten in orde gemaakt worden. Gedoe. Ik denk “Europees ontmoedigingsbeleid”. In een andere blog schrijf ik over “Eten”. Combineer de weinige afleiding met eten dacht Because We Carry. En dan begin je dus je eigen moestuin!

Tegenover het kamp ligt een goed stuk land. Steffi en Rosa hebben contact gelegd met een NGO die zich toelegt op ecologische landbouw. Met elkaar willen ze dit “landje” (ik meet in gedachten 4000 m2) omtoveren in een warme, fijne plek voor jonge moeders en zwangere vrouwen in het kamp. Denk aan goede wandelpaden en verhoogde groentenbedden, een omgebouwde container om lekker te kunnen zitten, met elkaar te praten. En de oogst.. die kan direct terug naar het kamp!

Maar voor het zover is, moet er veel handwerk verricht worden. Binnengewaaid zeewier uit de baai is een uitstekende compost, dus dat eerst maar eens verzamelen. Daarna starten we met z’n allen met het ruimen van de welig tierende bamboe. Een berg van ik denk wel zo’n 200 kuub afgehakte bamboe ligt op ons te wachten. Bamboe wortelt razendsnel dus het is heel wat hak- en trekwerk. Ook ligt het terrein vol met keien maar uiteindelijk kregen we binnen 1,5 dag de klus geklaard met het raadseltje in gedachten “Hoe verorber je een olifant? In hele kleine hapjes!”
Daarmee is het land’je’ gereed om er met de trekker over heen te gaan.

Tussendoor maken we in de middag ook nog eens 1.100 zakjes met dadels klaar voor de Iftar tijdens de Ramadan. We zitten in het kamp bij de BWC trailer met een groep vrijwilligers uit het kamp. Allemaal aan een lange tafel, verdwijnt de ene na de andere doos dadels met “blijven tellen Paul” 7×3=21 dadels in ieder zakje. Een betekenisvol, zoet en voedzaam hapje extra.
We sluiten de dag “goed moe”!

’s Avonds wilden we een keer niet zelf koken, maar ergens een restaurantje op zoeken. Langs de eens echte Strandboulevard wandelen we er naar toe. Het bleek gesloten, tot Pasen. Gelijk hebben ze. De etablissementjes zien er allemaal desolaat uit. Het kan ook niet anders met de druk die èn de vluchtelingen crisis èn corona hier op de bevolking hebben gelegd. We weten inmiddels alles van opwaaiend zeewier, dat ook hier hoog ligt opgetast. We pakken de auto vervolgens naar Panagoudia waar we neerstrijken bij een locaal visrestaurantje. Prima eten, gezellige lui. We worden gul bediend. Bij mijzelf denk ik dat het mooi zou zijn, als we allemaal er in deze wereld zo voor elkaar zouden kunnen zijn.

We praten na over de dag. Met directe hulp had een groot deel van de dag ogenschijnlijk niks te maken. Maar, op het moment dat moeders op het landje terecht kunnen, liefde en aandacht krijgen en zij centraal mogen staan, dan is ons voorbereidend werk heel wat waard geweest. En die dadelzakjes maken? Dat komt al een stuk dichterbij die ander. En zo is het goed!

Paul.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *