Al jaren schaam ik me voor het Nederlandse vluchtelingenbeleid. Ik teken petities, doneer aan hulporganisaties, stem op partijen die de menselijke maat voorstaan.
Maar onze regering tot nu toe laat haar oren hangen naar partijen die vluchtelingen wegzetten als gelukzoekers, profiteurs, terroristen, die je tegen iedere menselijkheid in maar buiten moet houden.

Hypocriet vind ik het dat we het wel belangrijk vinden om op 4 en 5 mei een oorlog van 80 jaar geleden te herdenken, maar kennelijk niet in staat zijn om ons in te leven in mensen die in de veel recentere geschiedenis in steden woonden die al 5 tot 10 jaar worden platgegooid of anderszins worden vervolgd.
We hebben een overheid die vluchtende mensen verandert in abstracties: het is een probleem dat je buiten de deur en buiten zicht moet houden, waardoor de overheid ons wegkijken makkelijk maakt.
Als je de omvang van de EU (450 miljoen inwoners in 27 landen) ziet versus het aantal vluchtelingen enige 10 duizenden) en dat afzet wat er in de regio’s zelf al gebeurt aan opvang (Libanon: 1,5 miljoen vluchtelingen op 6,8 miljoen burgers), dan schaam je je toch rot dat wij nog niet in staat bleken om 500 kinderen uit Griekenland op te vangen.
EU landen profiteren wel van wapenhandel waar diezelfde mensen het slachtoffer van zijn, maar willen de veroorzaakte problemen kennelijk niet humaan oplossen.
Je voelt je dan machteloos, verdrietig en kwaad, steeds als het onderwerp langskomt en gaat dan maar gaat ook wegkijken. Het probleem te is te groot, ik heb het druk, we hebben hulporganisaties die ik al steun. Rondje schelden op twitter en boos worden en weer over tot de orde van de dag. Eigenlijk stomp je af.
In februari 2020 kwam een vraag van Paul Eykenduyn, mijn buurman van verderop in de straat. Hij ergerde zich eveneens al jaren aan het onmenselijke beleid en zocht een manier om iets te doen aan de menselijke ellende die zich op Lesbos afspeelde. Hij stuitte op de organisatie Because We Carry (BWC), die iedere week met een team van vrijwilligers ter plekke (op Lesbos) mensen ondersteunt. Zou ik mee willen doen?
Meteen kwamen vragen op als:
– Zitten ze wel echt op ons te wachten voor een week, wat kun je doen daar?
– Mogelijke negatieve reacties van, of confrontaties met de lokale bevolking?
– Impact van daadwerkelijk erheen en zien hoe het is, wat doet dat met mijzelf?
– Zijn we niet slechts een druppel op de gloeiende plaat?
Tegelijk is dit wel een mogelijkheid om nutteloze kwaadheid om te zetten in positievere actie.
Because We Carry heeft als motto:
WEES ZELF DE VERANDERING DIE JE WILT ZIEN IN DE WERELD
Niet lullen maar poetsen!
Dat resoneert met wat Rutger Bregman zegt in zijn boek ‘De meeste mensen deugen’:
Je hebt veel meer impact dan je denkt, omdat je altijd verbonden bent met mensen om je heen, en die weer met een nog grotere cirkel, etc. Kleine positieve acties bereiken ook veel andere mensen.
De werkwijze van BWC is precies dat: je werkt daar een week en hoort en ziet de verhalen van de mensen zelf i.p.v. statistieken. Bij terugkomst vertel je de verhalen weer door. Uiteindelijk hebben genoeg mensen gezien hoe het er echt is en wordt verandering mogelijk.
Vervolgens zag ik een lezing van Jannie Nijwening over haar bezoek aan mensen en organisaties op Lesbos, met daarin het verhaal van de zeester.
Daarom besloot ik mee te gaan.
Het plan was om in oktober 2020 te gaan. Ik had dus nog een paar maanden om me erop in te stellen, samen met Paul en het nog te formeren team.
De voorbereidingen konden beginnen!
Eén reactie op “Waarom naar Lesbos?”
Bert, we zijn bijzonder trots op je. De daad bij het woord voegen.
Pa en Ma.